vrijdag 23 januari 2015

het beste voor je kind


De drie jonge kerels, allemaal minstens een kop groter dan ik, hangen achterover in hun stoelen, jassen aan, petjes op, rugzakken gesloten voor zich op tafel. De desinteresse straalt er vanaf. Maar nee, voor je het denkt, ik ben niet op een werkbezoek in een jeugdcentrum in Amsterdam-Slotervaart. Dit is een werkgroep van de wetenschappelijke onderzoeksopleiding psychologie aan een universiteit ergens in het midden van het land. Ik gooi een geprinte opdracht voor de jongens op tafel, met het verzoek, dat als ze volgende keer niet direct doorverwezen willen worden naar de examencommissie, ze toch echt zelf een opdracht moeten schrijven, in plaats van deze volledig te copy-pasten uit andere artikelen. Blikken als van een Neanderthaler die per ongeluk vuur heeft gemaakt. Ik leg ze, overigens derdejaars studenten, het concept ‘plagiaat’ uit. De opperpet formuleert zijn verweer: “Ja maar, moeten we dan soms alle stukken tekst knippen-plakken, en dan telkens wat woorden aanpassen?”. Ik kijk ze aan als een Neanderthaler die per ongeluk vuur heeft gemaakt. Maar ik herpak mezelf, en vraag wat hen heeft doen bewegen om naar de universiteit te gaan. Een respons blijft uit, en even teleurgesteld als verbijsterd pak ik mijn spullen en loop ik het lokaal uit.

In de lift naar mijn kamer vang ik een gesprek op van twee vrouwen; moeders, welteverstaan. “Ja.. het advies was havo, maar dat klopt echt niet hoor.. nee zeker niet, dus daar zijn we ook wel even over op gesprek geweest.” Andere moeder: “Oh ja, echt? Nou goed hoor, ja ze kennen je kind toch niet zoals jezelf nee, bij Kid (dat is blijkbaar een naam die je ongestraft aan je kind mag geven) hebben we daar ook ons best voor moeten doen, maar is toch gelukt hoor, jahaa… 2 vwo nu, de talen zijn wat minder, verder gaat het goed hoor, maar wat wil je, dyslexie he, ja anders had ‘ie echt wel hogere cijfers. Maar is het gelukt nou dan?” Moeder 1 weer: “Ja nou ze gaan kijken, maar we blijven pushen, kijk hij is hoogsensitief hè, en je wil toch het beste voor je kind.” Mijn maag komt iets omhoog, ik weet niet of het van het gesprek komt, of van de lift die abrupt stopt. Ik blijf alleen achter in de lift, met de vraag wat die (eerste) moeder met ‘het beste voor je kind’ zou hebben bedoeld.

Weer op mijn kamer, moet ik denken aan een leuke studie die ik las in een proefschrift van een ooit geniale student op onze afdeling, die nu doctor is. In die studie lieten ze een groep ouders nadenken over onvervulde ambities in hun eigen leven. Ze moeten dingen beschrijven die ze niet hadden weten waar te maken, en waarom ze dat niet was gelukt. In de controlegroep schreven ouders over de onvervulde ambities van iemand anders. Wat blijkt; nadat de groep ouders was geconfronteerd met hun eigen onvervulde ambities, gaven ze in een vragenlijst daarna aan dat ze hoopten dat hun kinderen wel zouden waarmaken wat hén niet was gelukt.

Ik zag het ineens voor me. De opperpet zat daar natuurlijk helemaal niet voor zichzelf, die zat daar om de onvervulde ambities van zijn ouders goed te maken. Tien jaar geleden, heeft ook zijn moeder natuurlijk geleurd bij de rector van de ‘beste regioschool’ om hem toch alsjeblieft toe te laten tot het vwo, waar hij met zesjes doorheen gekomen is, om vervolgens bij gebrek aan eigen ambitie en motivatie, maar psychologie te gaan ‘doen’.  Want dat is lekker breed, en toch wel interessant, en je hebt er altijd wat aan, en eh… met 75%  vrouwen heb je ook nog wat uit te kiezen met je baseballpet. Voor een paar tellen, had ik met hem te doen.

Twee maanden later, na het hertentamen (voor studenten die het gewone tentamen niet hadden gehaald), kreeg ik een e-mail van een student die wilde weten waarom hij een onvoldoende had voor zijn hertentamen, een schrijfopdracht in het Engels. Na de opdracht nog eens bekeken te hebben mailde ik terug dat, onder andere, het niveau van het Engels ver onder de maat was, en dat hier van een twijfelgeval geen sprake was. Een boze mail terug, een letterlijke quote: “Ik heb Engels gehad tot en met 6 vwo. Waar zou ik een ingewikkelde, inhoudelijk correcte en wetenschappelijk juiste manier van Engels schrijven geleerd moeten hebben. Daarnaast heb ik een eerdere schrijfopdracht ingeleverd bij dit vak waar ik geen enkele opmerking op mijn Engels  gehad heb, een niet erg consistent vereiste van het vak dus. Daarnaast heb ik er veel moeite mee omdat ik dyslectisch ben.” De naam van de student kwam me bekend voor. Even graven in de boekhouding, jawel, hoe kon het ook anders: de opperpet. Dat ‘ ie geen commentaar had gehad op zijn eerdere Engels verbaasde me niet meer.


Ik kon een glimlach niet onderdrukken, trakteerde mijzelf op een kop koffie, en schreef een mail die ik persoonlijk tot een van de betere uit mijn oeuvre vind behoren. Een reactie is er nooit gekomen. 



Geen opmerkingen:

Een reactie posten