Als mensen ergens goed in zijn, dan is het zich bezig houden met zichzelf.
We turen uren in de spiegel, geven zuurverdiend geld uit aan spullen die we
eigenlijk niet willen om een goede indruk te maken, en vragen ons om de haverklap
af of we wel gelukkig zijn…. En zijn we dat niet, dan gaan we praten met iemand
die ervoor is opgeleid om te praten met mensen over zichzelf, omdat gewone
burgers hier hun tijd niet mee willen verdoen. Die zijn immers te druk met
zichzelf.
We zijn enorm zelfbewust, maar hoe kan het ook anders, als kroon op de
schepping. Mijn kat maakt zich niet zo druk om zichzelf, en likt rustig zijn
eigen krent in de vensterbank, ongeacht het aantal toeschouwers. De meeste
andere dieren hebben trouwens weinig last van een sterk ontwikkeld
zelfbewustzijn, en de vraag is of ze daarmee niet enorme mazzel hebben. Een van
de meest voorkomende angsten bij mensen (jaarlijks ongeveer evenveel als het
aantal inwoners van Utrecht) is de sociale fobie, de angst voor wat mensen wel
niet van je denken. Dus of je bewust zijn van jezelf nu zo een zegen is dat
durf ik te betwijfelen, het kost in ieder geval een hoop tijd. Dat heeft
millennia van filosofen, geestelijk leiders, en andere denkers er echter niet
van weerhouden het zelfbewustzijn als unieke menselijke eigenschap te
karakteriseren, en als bewijs voor de mens als bovenaan de ladder van al wat
leeft; de scala natura, zoals de Grieken zo mooi zeiden tussen grondleggen van
de cultuur door. Een beetje flauw van die Grieken natuurlijk wel, want als je het enige dier
bent dat dingen kan beweren, komt het je wel heel goed uit dat dat ‘beweren’ je
het beste dier op aarde maakt. Als de gouden standaard ‘overleven in de natuur’
was, kwamen we er maar bekaaid vanaf.
Maar goed, een terechte vraag is wel of
we nu echt de enige dieren zijn die een zelfbewustzijn hebben, of dat we ons te
rijk hebben gerekend. Een klassieke test om te kijken of iets of iemand deze
kunst beheerst, is door menig ouder bij zijn kinderen uitgeprobeerd. Ik kon het
ook niet laten, het is ook te makkelijk om niet te doen. De test gaat als
volgt: als het kind slaapt, zet je met een stift een stip op zijn voorhoofd, wacht
vervolgens tot het kind wakker wordt, en positioneer hem voor een spiegel. En
dan afwachten of ‘ie met zijn hand zijn voorhoofd aanraakt. Als ‘ie dat doet,
snapt ‘ie blijkbaar dat die stip op zijn eigen hoofd zit, en niet op dat van die
figuur in de spiegel, een inzicht waar het gemiddelde kind anderhalf jaar voor
nodig heeft om het te snappen. De meeste andere dieren snappen het echt nooit,
maar de afgelopen jaren zijn er wel steeds meer voor de proef geslaagd. Het
rijtje zelfkenners bestaat op dit moment uit chimpansees, gorilla’s, bonobo’s,
orang-oetans, dolfijnen, orka’s en olifanten (dan wel onder de voorwaarde van
een enorme spiegel). Recentelijk heeft een
vogel zich toegevoegd aan ons illustere gezelschap; ook eksters blijken danig onder de indruk wanneer wetenschappers hun mooie verenpak bekliederen. Een beperkte mate van zelfbewustzijn delen we
dus met veel mededieren, en je kunt die capaciteit dan ook beter zien als een continuĆ¼m,
tussen schaamteloos je eigen krent likken op de vensterbank enerzijds, en om je
heen kijken na een scheet tijdens boswandeling in de middle of nowhere anderzijds…
Ergens in de menselijke evolutie hebben we dus een afslag gepakt, en heeft
ons zelfbewustzijn enorme proporties aangenomen, waarschijnlijk hand in hand
met de ontwikkeling van taal en empathie. Ongetwijfeld heeft het zijn functie
gehad, en de mens in staat gesteld de wereld naar zijn hand te zetten. Maar
naar mijn idee is deze ontwikkeling inmiddels wel op een doodlopend weggetje
terechtgekomen, zich cumulerend in het doorgeslagen individualisme van de
afgelopen halve eeuw. Alle Nederlandse kinderen zijn of hoogbegaafd, of
hypersensitief, of ‘uit een nieuwe tijd’ (geloof me, ze bestaan). Ouders met
een gewoon kind mogen zich gelukkig prijzen met een dergelijk unicum. Geen
wonder eigenlijk ook dat onze kinderen zo zijn, want alle volwassenen in dit
land zijn druk met zelfontplooiing, hun eigen ding doen, lekker leuk leven, en regelmatig
een stukje zelfverrijking, omdat ze anders niet aan zichzelf toekomen. De
middelen om dit te bereiken zijn dan ook eindeloos; variƫrend van
tijdschriften, zelf-hulp-boeken, psychologieopleidingen, meditatiecursussen, en
sportscholen. Zeer recentelijk heeft deze collectieve navelstaarderij zijn
eigen allegorie opgeleverd: de selfie.
Jawel, een foto van het middelpunt van het universum, Gij Zelf! Op het moment dat
een apparaat dat bedacht is om mensen met elkaar te laten praten, alleen nog
maar gebruikt wordt om zichzelf te verheerlijken, moet er iets mis zijn gegaan.
Het individualisme, dat weinig meer heeft opgeleverd dan reality-tv en
consumptiemaatschappij met graaiende kapitalisten, kan niet de bedoeling zijn.
Tijd om de rem in te drukken, en onze zelfzuchtige focus wat te verbreden.
Gelukkig is er hoop.
Ik voel een kentering op gang komen. Recentelijk las ik het volgende bericht
op nu.nl: ‘Prorail bezorgd om selfies op het spoor’. Prachtig. Evolutie in haar zuiverste vorm.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten